Het dagelijks programma in de klas is:
's Morgens:
's Middags
Daarnaast wordt tijd besteed aan beeldende vorming. Verder krijgen zij twee keer in de week gymnastiek (op maandag- en vrijdagmiddag).
Elke dag wordt op het bord genoteerd wat er die dag geleerd wordt. Toetsen worden op het bord geschreven en kunnen worden overgenomen op de kopieën die geleerd moeten worden. We proberen ervoor te zorgen dat leerlingen niet meer dan twee toetsen in dezelfde week hebben. Dit geldt niet voor controle dictees en de taal- rekentoets.
We werken volgens het directe instructie model. Dit houdt in het kort in dat kinderen, die al snel zelfstandig aan het werk kunnen, hier ook de mogelijkheid toe krijgen en dat kinderen die meer instructie nodig hebben, deze ook aangeboden krijgen. Voor kinderen die daarna nog extra instructie nodig hebben, is de instructietafel. Hier kan de leerkracht samen met een groepje kinderen de leerstof nog eens doornemen, op een andere manier aanbieden of extra hulpmateriaal gebruiken.
Taal actief
Taal actief is een drieluik voor taal, tekstbegrip en spelling. De samenhang tussen deze domeinen zorgt voor optimaal taalonderwijs. De leerlijnen woordenschat, taal verkennen en spelling zijn op elkaar afgestemd en kennen expliciete samenhang met de communicatiedomeinen schrijven, spreken, luisteren en tekstbegrip. Daardoor begrijpen kinderen waarom ze taal leren en ervaren ze dat ze het geleerde kunnen toepassen. Zo groeien ze zichtbaar in taal.
Taal actief - taal
In Taal Actief zitten de kerndoelen voor taal, zoals die door de overheid zijn vastgelegd. Elke jaargroep bestaat uit dezelfde acht communicatiethema’s van vier weken. In elk leerjaar komen de acht communicatiethema’s terug. De kinderen breiden hun kennis over de verschillende communicatiedoelen steeds verder uit en worden telkens iets beter in communiceren.
In elk blok wordt in week 1 tot en met 3 aandacht besteed aan nieuwe leerdoelen (woordenschat, spreken en luisteren, taalbeschouwing en schrijven). Week 4 is er om terug te kijken op het thema, te herhalen via samenwerkend leren, te toetsen en te delen.
Taal actief maakt verschillende organisatievormen gelijktijdig mogelijk. De leerkracht kan bepalen of de leerlingen zelfstandig (individueel of in samenwerking met andere kinderen) of begeleid (klassikaal of in een groepje onder leiding van de leerkracht) aan de slag kan gaan. Leerlingen leren op een effectieve en efficiënte manier zelfstandig te leren. Wat ga je doen?, Op verkenning, Uitleg, Aan de slag en Terugkijken. De verwerkingsopdrachten staan gedeeltelijk in het werkboek en gedeeltelijk in het taalboek.
Taal actief - spelling
Spelling is een belangrijke voorwaarde voor de schrijfvaardigheid. Voldoende spellingvaardigheid kan kinderen het zelfvertrouwen verschaffen dat ze nodig hebben om zich schriftelijk uit te drukken. Met deze methode is het mogelijk dat leerlingen (individueel of in tweetallen) zelfstandig leren.
Spelling wordt, net als taal, in blokken aangeboden. In elk blok wordt in week 1 tot en met 3 wordt 4 keer per week spelling gegeven. Week 4 start met een dictee. Deze week is er verder om te herhalen en te verdiepen.
Taal actief - tekstbegrip
Taal actief biedt tekstbegrip aan in samenhang met taal. Bij Taal actief - tekstbegrip leggen we ook de verbinding met de communicatiedoelen van Taal actief - taal. Bij taal leren de kinderen zelf hoe het moet. Bij tekstbegrip lezen ze in teksten hoe andere schrijvers dit doen. Op deze manier versterken taal en tekstbegrip elkaar. Ook komen de kinderen bij tekstbegrip schooltaalwoorden tegen die al bij taal zijn geleerd. Daarnaast zijn er (extra) opdrachten in tekstbegrip die specifiek aansluiten bij de leerdoelen van taal. Denk hierbij aan doelen als tegenstellingen, figuurlijk taalgebruik, synoniemen en spelen met taal.
Elke week is er een les tekstbegrip. Deze sluit aan op het communicatiethema.
Rekenen met Wereld in Getallen
De methode bevat per leerjaar lesstof voor 36 weken. De leerstof is opgedeeld in 9 blokken van 4 weken. Wereld in Getallen heeft een vaste weekopbouw. Dit geeft kinderen houvast.
Per week worden er twee rekendoelen aangeboden. De les op vrijdag is een ‘test je’ les. De leerlingen en de leerkracht kunnen dan meteen zien waar nog extra hulp nodig is. In week 3 wordt de hele week aandacht besteed aan meten, meetkunde, tijd en geld. Op de donderdag in week 3 kunnen de leerlingen zichzelf nog een keer testen met ‘klaar voor de toets’. In week 4 kan dan nog aandacht besteed worden aan de onderdelen die nog niet voldoende beheerst worden. In week 4 wordt op vrijdag de toets afgenomen.
Elke les duurt 50 tot 60 minuten en heeft steeds dezelfde opbouw. De les start standaard met een automatiseringsoefening. Bij de instructie staat altijd 1 doel centraal. Cijferen krijgt veel aandacht. Maar ook het realistisch rekenen komt aan bod, zoals het werken met modellen, getallenlijn en verhoudingstabel. Oefenen en herhalen zorgen voor een goed fundament. Elk kind werkt dagelijks zelfstandig aan de dagtaak. In de opgaven komt alleen behandelde stof aan bod.
Merelstraat 3
9679 JE, Scheemda
0597 - 208008
obsfutura@sooog.nl